donderdag 30 april 2015

Donderdag 30 april 2015, dag 59, Santiago de Compostela

Deze morgen desayuno in ons hotelletje. Overigens een adres dat qua ligging, prijs en comfort alle lof verdient. Hotel Suso, Rúa do Vilar, 65. Geburen van het toeristisch informatiebureau. En dan op weg naar de overdekte markt op de Praza de Abastos. Super gezellig. Als wij onze rondgang beginnen gaat de inktvis net in het kookvocht. Dat belooft voor straks. Wij hebben vooral aandacht voor de vis (een ongelooflijk rijk aanbod van vis, inktvis en schaaldieren), het vlees (van het varken wordt echt alles
verkocht (poten, oren, reuzel, ontbeende kop, ...) en de kaas. Verder kopen wij alle ons ontbrekende ingrediënten om 'caldo gallego' (Galicische soep) te maken en te eten: zaad van 'grelos de Santiago' (dat zou raapsteel of bladmoes moeten zijn) en twee oorloze soepbollen met 'caldo gallego' erop.

Intussen is de inktvis gegaard en wij bestellen een portie, op smaak gebracht met zeezout en scherpe paprika. Dit alles roept herinneringen op aan de oesters van Lou Casaou de le Ma op de rand van het Lac de Hossegor (zie 12 maart 2015). Om de pulpo te degusteren verwijzen ze ons naar een cafeetje in de straat. Daar is het erg rustig en na enige tijd valt ons op dat hier geen TV speelt. Uniek. Nog nooit gebeurd in Spanje. Het café heet dan ook 'El Radio'. Vandaar wellicht?

Daarna even flaneren door de winkelstraten, onze vliegtuigtickets gaan afprinten, bezoek aan een boekhandel (een heel goeie: Follas Novas) en alle aankopen gaan afzetten op de hotelkamer. Vervolgens een pauze in Café Casino vlakbij. Die instelling bestaat al sinds 1873.


Bij een rondgang door de oudste universiteitsgebouwen botsen wij nog op een tentoonstelling over de 80 talen waarin Kuifje werd vertaald. Als afsluiter van de dag een bezoek aan het Hostal dos Reis Católicos, nu de parador van Santiago de Compostela. Het kan aan onze vrijpostigheid liggen, maar toch verbaast het ons hoe wij overal vrij kunnen rondlopen terwijl wij toch geen enkel verbod negeren. Als wij niet op de gangen van de habitaciones rondwandelen, is dat omdat wij dat zelf erover vinden. De avond eindigt met een typische Galicische weerbui die al in de namddag begon: vrij hevig én langdurig. Hopeljk morgen beter voor onze laatste dag.









woensdag 29 april 2015

Woensdag 29 april 2015, dag 58, Santiago de Compostela

Onze hotelkeuze van gisteravond bleek toch niet je dat. Zo werkte de WIFI slecht of helemaal niet en als dat dan in een hotel is waar je toch vier dagen blijft ... Het was er vochtig en kil. In ijltempo dus een ander en beter opgezocht. Na het ontbijt lopen wij Mario (de Porto Ricaan) tegen het lijf. Wij zijn blij hem te zien want na Palas del Rei waren wij hem uit het oog verloren. Hij sukkelde wat met zijn voeten. Mario is op weg om zijn Compostela op te halen en moet in de wachtrij. Wij kregen die van ons gisteravond zonder wachtrij, eigenlijk een beetje zonder het goed te beseffen. Daardoor ontgaat het ons dat in de kathedraal elke dag een overzicht wordt voorgelezen van wie de dag ervoor in Santiago aankwam. César en Javier, die wij ook al zien, weten ons te vertellen dat zij wisten dat wij er waren als zij hoorden dat er 'Dos de Belgica' waren aangekomen. Janet (ook al!) weet ons te vertellen dat zij Lieve en Ivan zag, maar dat die deze morgen al huiswaarts vertrokken. Jammer dat wij elkaar niet meer zagen. Dat wordt dan maar op een Aktiviawandeling?


Voor de rest van de dag de traditionele foto voor de kathedraal (in restauratie), de 'rituelen' afwerken en de volgende dagen plannen. Dat laatste mag je niet onderschatten, rekening houdende met de creatieve openingsuren in Spanje en het feit dat 1 mei een verlofdag is. Ondertussen stromen de proficiats voor het welslagen binnen. De dag wordt afgesloten met een heerlijke vis- en zeevruchtenschotel. Toegegeven, iets duurder dan een menu peregrino, maar zoveel lekkerder.


  

Dinsdag 28 april 2015, dag 57, Brea - Santiago de Compostela 26,4 km



Prachtige eucalyptusbossen met hun aangename reuk. 's Morgens is weer een hele bus Koreaanse reisduiven gelost. Inclusief flashy kledij en basketbalschoenen. Niet te geloven hoe die nog maar hun weg vinden want zij spreken geen woord Engels :-) .







Na de middag komen wij langs het vliegveld van Santiago. Zaterdag hangen wij hier ook in de lucht. Niet te geloven. Op de Monte do Gozo gaan wij eerst langs een Europees Centrum voor Pelgrims Johannes Paulus II, maar het is daar zo doods als zijn naamgever. Dan langs de Mirador met een gezicht op Santiago en indrukwekkende standbeelden van twee pelgrims. Heel aangrijpend. Wij krijgen er bericht van Mathilde en Gary dat zij aangekomen zijn. Wij zullen elkaar niet meer zien want zij gaan morgen al door naar Fisterra. Wij op weg naar de albergue van Gozo. De deur staat er open, maar geen ontvangst en als enige bewoonster een Deense. In de buurt geen enkele winkel of restaurant. De hele site (eigenlijk een groot vakantieresort) is blijkbaar in renovatie. De dichtstbijzijnde albergue op 2 km.

En dan gaat alles zeer vlug. Als wij dan toch 2 km moeten stappen, dan net zo goed 5 km. Naar Mathilde en Gary gebeld dat wij er aan komen ... en om 19 u staan wij aan de kathedraal. Toch wel een mooi moment. Na enig zoekwerk vinden wij Mathilde en Gary, samen nog eens eten en dan ieder zijn weg. Zij morgen naar Fisterra en wij eens goed uitslapen.






Maandag 27 april 2015, dag 56, Castañeda - Brea 21,5 km

In Ribadiso de Baixo zien wij nog maar eens een 'puente romano' met daarachter de schitterende albergue van de Xunta de Galicia op een historische locatie en in de oude gebouwen van de albergue. Even verderop komen César en Javier ook uit hun albergue. De 'Caminantes' is ook een heel mooie. Blijkbaar heel recent ingericht. Jammer dat wij Ribadiso niet haalden, maar onze albergue was ook top.



Al een aantal dagen zagen wij op de boswegen bijna leerachtige bladeren liggen, vorm wilgebladeren maar iets groter. Die bleken te behoren bij hoge, rechte bomen zonder veel takken. Deze bomen verliezen hun schors als platanen, mar dan wel in lange stroken. Het zijn eucalyptussen. Rozemie houdt onderwijzersgewijs het didactisch materiaal in de hand. Eens je de bomen kent, zien wij er hele bossen en nieuwe aanplantingen van. Intussen houdt het slechtere weer aan, maar morgen zou het eindelijk beter worden. Omdat de beschikbare albergues of klein of relatief duur zijn, nemen wij onze intrek in een albergue langs de weg in Brea. Niet direct aan te bevelen, maar wij zitten proper en droog.








's Avonds doen wij nog aan 'afronding'. Planning voor de volgende dagen? Niet direct door naar Santiago (dat zou ook 25 km zijn), maar nog even halt houden op Monte do Gozo om dan woensdagmorgen fris en monter Santiago binnen te stappen. Ook de vliegtuigtickets worden besteld. Zaterdagmorgen terug. Op een paar uur tijd doen wij met het vliegtuig het hele traject dat wij in 2013, 2014 en 2015 afstapten ...



maandag 27 april 2015

Zondag 26 april 2015, dag 54, Palas del Rei - Castañeda 23,5 km


De afstanden naar Santiago zijn nu echt te vatten. Wat stel je je voor bij 1000 km of 563? Maar 65 dat begint al te gaan. Hasselt - Ninove? Leuven -Ninove? En zo naar beneden richting Gent - Ninove, ... Alhoewel je met kilometergegevens altijd voorzichtig moet zijn. Dat ervaren wij ook met ons Michelingidsje. Melide, waar wij volgens  Riet absoluut inktvis moeten eten zou op 12 km liggen,
makkelijk te halen tegen de middag. Het wordt anderhalf uur later want Palas - Melide is rond de 16 km. Onderweg komen wij Cesar en Javier tegen en wij vereeuwigen deze ontmoeting in een selfie met behulp van een verkeersspiegel.








In Melide is wel een grote markt bezig en aan de kerk een optreden van Galicische volksmuziek en -dans. Een paar foto's voor Yves en Annemie. Daarna eten wij dan toch 'pulpa' met gamba's, bedekt met O Cebreirokaas en even in de oven. Opgediend met enige hompen lekker Spaans brood. Muy rico: lekker én voedzaam.


Op een moerassige weg in een bos lopen ons plotseling voortdurend Denen voorbij. Sommigen op sandalen, het fotoapparaat losjes in de hand. Anderen op sportschoenen in wit of flashy-kleurtjes, de mooi gestreken broek netjes in de vouw. Enkele dames netjes opgemaakt,  zo van de kapper. Hun bus zette hen daarnet af. Moest de bus even gelucht? Of de benen even gestrekt? Na vier kilometer camino pikt de bus hen dan weer op. Ze bekijken ons met aandacht en - zoals de reisbrochure het voorschreef -groeten zij ons met een 'buen camino'. Wij blijven getrouw aan het adagio 'ieder zijn camino' maar het komt toch wat potsierlijk over. Intussen overschrijden wij weer een mijlpaal, de 50 km-grens.

Een fameuze Galicische regenbui maakt ons nog maar eens goed nat in de late namiddag. Cesar en Javier ontpoppen zich tot twee reuzepaddestoelen. Wij gaan nog even door, maar duiken in Castañeda dan toch maar de eerste de beste albergue binnen, Pensión-Bar Santiago. Schitterende keuze achteraf gezien. Voor € 10 per persoon een bed met lakens in een vierpersoonskamer voor ons alleen. 's Avonds stellen wij ons - gezien ons 'muy rico' middagmaal - tevreden met één menu. Kan allemaal. Lekker bereid door de bazin en met de nodige flair opgediend door de hotelbaas. 's Morgens zijn de dochters verantwoordelijk voor de desayuno. En geen Denen in de buurt.




Dos  setas gigantescas (obra de arte, Cesar-Javier Polainka y Botinas, 2015)

zondag 26 april 2015

Zaterdag 25 april 2015, dag 54, Portomarín - Palas de Rei 25 km

Gisteren hadden wij last van de kwetterende en tetterende peregrinotoeristen die de kick willen beleven de laatste 100 km te stappen. De camino betekent voor ons stilte, vrolijk stappen, afzien, mensen van over heel de wereld ontmoeten en bedenken dat het aardige buren zouden zijn. Genieten van vogels en bloemen. Bewonderen wat vele generaties voor ons gerealiseerd hebben aan gebouwen, kunst, landbouwsystemen, ... Dat alles gaat aan hen voorbij. Vandaag gaat het beter. Liggen zij allemaal in bed om te bekomen van hun eerste dag?

Al direct na ons vertrek botsen wij op Herbert, een 80-jarige Niedersachser die klaar staat om zonder verpinken de 25 km naar Palas del Rei af te stappen. Wij hadden het bij een 20 km willen houden, maar als wij na 17 km in Airexe nog even verder willen gaan, blijken alle verdere albergues volzet. Het wordt dus ook voor ons Palas del Rei. Om alle misverstanden te vermijden: Herbert staat links op de foto.

Tijdens onze babbel met Herbert valt ons oog op een heel mooie horreo. Wij zagen deze bouwsels al een aantal dagen en het kostte ons wat moeite om te weten te komen wat hun functie was/is. Tijdens de winter slaat men er voedingsmiddelen, granen en andere zaken in op die luchtig moeten bewaard worden en beschermd tegen vocht en vraatdieren.


Naast de horreo is ook de koe een typisch Galicisch verschijnsel. Dat heel Galicië één grote koeienstal is beseffen wij pas goed als wij een reeks van zeven grote koeienstallen, elk voorzien van de nodige silo's. Echte agro-indusrie. Nu beseffen wij ook dat het moet kloppen dat de gigantische blokken van strobalen die wij in Castilië en León zagen, hier worden gebruikt als veevoer en strooisel.

Het traject voor vandaag was in de voormiddag behoorlijk zwaar. Wij stegen dan ook terug van 350 m (Portomarín) naar 700 m in Venta de Narón, net halverwege ons einddoel. En het weer maakte het er niet gemakkelijker op. Nu eens een flauw zonnetje, dan weer bewolkt. Van droog tot regen. Soms bijna zwoel vochtig en plots flinke wind. En dat allemaal in shuffletempo over ons heen. Niet echt aangenaam.


Als wij Pallas del Rei binnenstappen, begint het stevig te regenen en wij duiken direct  'Os Chacotes' binnen, een albergue op initiatief van de Xunta van Galicië. Mooi, nieuw en proper, maar met een paar onbegrijpelijke missers (geen WIFI, geen stopcontacten voor de opladers). Mario en onze Toledoverplegers zitten er ook. In het vlakbijgelegen restaurant La Cabaña (wel WIFI!) eten wij het traditionele menu del peregrino, maar deze keer smakelijker bereid dan elders. Gelukkig kunnen wij de weg heen en terug naar de albergue doen met de paraplu van de receptionista want intussen is een Galicische wolkbreuk ons deel geworden.

zaterdag 25 april 2015

Vrijdag 24 april 2015, dag 53, Sarria - Portomarín 21,5km

Deze morgen lijkt het wel een grote reünie. Mathilde en Gary zagen wij gisteren al. Als wij de trap afkomen blijkt Mario, de Porto Ricaan ook in ons hotel geslapen te hebben. En bij het  ontbijt duikt Janet, de Amerikaanse, ook binnen voor een desayuno. Eens vertrokken lopen wij onze 'geneeskundestudenten' van gisteren tegen het lijf. In werkelijkheid zijn het verplegers. Omdat de foto's van gisteren niet gelukt waren wordt er nu even geposeerd. En nog is het niet gedaan. Op de camino raak je op de meest vreemde manieren met iemand aan de babbel. Zo nam ik drie dagen geleden in La Faba een foto van een kruis met een oude Duitse tekst die ons niet helemaal duidelijk was. Eergisteren op de Alto de San Roque kon een Duits koppel uit Saarland bevestigen dat het om een herdenkingskruis gaat voor alle Duitsers die ooit stierven op de camino. Ook die zien wij terug. Zij heten Edith en Hans en spreken een aardig woordje Nederlands want Zeeland is hun favoriete vakantiebestemming. En nog is het niet gedaan. In de namiddag kruisen wij nog een jonge, ook Nederlandssprekende Duitser die wij voor het eerst zagen in de Oostenrijkse albergue in Los Arcos en daarna terug in Burgos. Daar wierp hij zich wat op als (hulp)hospitalero zonder het te zijn. Sindsdien niet meer gezien en nu is hij blijkbaar op de terugweg. Zonder veel bagage. Wat vreemde figuur die blijkbaar op de camino leeft.

Na de schitterende dag van gisteren valt het weer vandaag wat tegen. Regelmatig krijgen wij een Galicische regenbui over ons heen. Gelukkig zijn de landschappen een voortzetting van die van gisteren. Heel mooi, maar zonder spectaculaire verrassingen. Je kan je inbeelden dat je in de Ardennen, de Vogezen of de Morvan bent. Of soms zelfs in het Pajottenland. Op de boswegen blijven wij met vaste stap bijna veren op een bed van gecomposteerde bladeren. Wat wel nieuw is vandaag zijn de muurtjes van opeengestapelde plakken natuursteen langs de wegen en soms tussen de percelen. Zij doen denken aan  'celtic fields'.  De wegen zijn vaak dreven afgezoomd met knotbomen, meestal eiken en kastanjelaars.

In de buurt van A Brea passeren wij de 100 km-paal. Aan alles voelen wij de nabijheid van deze mijlpaal. Wie vanaf hier de camimo te voet doet, krijgt in Santiago immers een volwaardige 'Compostela' en dat trekt nogal wat volk aan. Gisteren zagen wij in Sarria een reisbureau, gespecialiseerd in caminotoerisme. Deze morgen leek het stadje wel een mierenhoop van waar uit alle uitgangen de mieren zich op weg begaven. De albergues zijn steeds dikker gezaaid. En als je alle aangeboden 'sellos' zou aannemen neem je beter een folioregister mee dan je pelgrimsboekje. En je kan je blauw betalen aan donativo's ...

In de namiddag stappen wij via de brug over het stuwmeer Portomarín binnen. Toen in 1962 de stuw op de O Minó werd gebouwd verdween het oude Portomarín onder het water van het 'Embalse de Belezar'. De kerk en enkele andere betekenisvolle gebouwen werden steen voor steen afgebroken en in het nieuwe Portomarín heropgebouwd.


Al gezien dat onze blogtitel maar één '?' meer telt?





donderdag 23 april 2015

Donderdag 23 april 2015, dag 52, Triacastela - Sarria 21,5 km

Op onze placemat lazen wij gisteravond dat er voor ons dagtraject meerdere mogelijkheden zijn. De rechte weg telt 18 km met moeilijkheidsgraad 1. En dan zijn er twee routes die over Samos gaan met een mooie benedictijner abdij. Een van deze twee loopt over 24,6 km en heeft moeilijkheidsgraad 3. Wij vertrekken alvast richting Samos.

Nauwelijks weg uit Triacastela gaat Georges vrij spectaculair tegen de vlakte. Het is niet de eerste keer en gelukkig zal het ook de laatste keer niet zijn want hij krabbelt terug recht. Twee geneeskundestudenten uit Toledo bijgestaan door een Mainzer dienen de eerste zorgen toe. De rechterwenkbrauw wordt wat opgelapt. De bril is nog heel. Ribben en rechterbeen zijn wat gekneusd, maar het had erger kunnen zijn.

Dus op weg naar Samos, waar naast de abdij ook een medisch centrum is. Eerst even langs de LU-633. Met de LU van Lugo want in die Galicische provincie zijn wij nu. En dan een klein baantje in dat parallel aan de Río Ouribio loopt. Wij doorkruisen echt het Spaanse platteland. Minuscule dorpjes die waarschijnlijk zullen uitsterven met de laatste inwoner óf tot tweede verbljven worden omgebouwd. Een heel mooi, maar ook vermoeiend traject want voortdurend omhoog en omlaag en weer op en neer. Altijd in de vallei van de Ouribio en altijd begeleid door  een fantastisch orkest van vogelgefluit.

Na 10 km zijn wij in Samos. Eerst vlug langs het medisch centrum. Wonde opnieuw verzorgd en klaar voor de dienst. De abdij ligt heel mooi, maar na twee branden blijft er buiten de kerk weinig historisch materiaal over. Er zijn nog twaalf bewoners, tien paters en twee novicen.



Na een iets betere middagmaaltijd dan gewoonlijk (pesto en veggie pasta met een tomaten- en kaasschotel) is het al bijna drie uur. Wij besluiten rechtstreeks naar Sarria door te gaan.

Het is al 17.30 als wij er inchecken in café-bar Escalatina (aangeraden door Lieve en Ivan). De hoteleigenaar verwittigt ons wel dat wij het sanitair met een ander koppel moeten delen. En wie blijken dat te zijn: Mathilde en Gary toch wel zeker! Wij gaan 's avonds samen eten. Heel gezellig.

Vandaag zagen wij ook twee Spanjaarden terug waaraan een mooie anecdote is verbonden. Door een misverstand dacht Rozemie dat de éne Polaina heette (Getten of slobkousen) terwijl de man gewoon Cesar heet. Zijn reisgenoot Javier noemen wij dan maar Botinas. Hierbij Rozemie met Polainka. Sinsdien zijn het altijd plezierige ontmoetingen met Spaans-Vlaams gelach.




Woensdag 22 april 2015, dag 51, O Cebreiro - Triacastela 21 km

Vandaag wordt een heel regenachtige dag voorspeld, maar in de voormiddag valt het nogal mee. Ook voor de niveauverschillen blijkt het een rustige dag te zijn. 's Morgens van O Cebreiro (1330 m) over de Alto de San Roque (1270 m) naar Alto do Poio (1337 m) met tussendoor telkens een kleine afdaling en weer omhoog.

De tweede afdaling brengt ons naar Hospital de la Condesa met een klein, ongelooflijk puur Romaans kerkje. Buiten de toevoeging van een stenen trap om de klokken te bereiken heeft sinds de bouw geen architect of restaurateur er nog aan geraakt.
























Na de middag slaat het weer totaal om en wij zetten de afdaling naar Triacastela in de dikke mist in. Gevolgd door regen, hagel en donderslagen. Deze keer kunnen wij gelukkig schuilen.

In Triacastela worden wij - net als gisteren al het geval was - geconfronteerd met groepen die de laatste 100 km meedoen en er van in de namiddag een liederlijke en lawaaierige boel van maken. Als wij in het parochiekerkje een stempel gaan halen, hebben wij nog een boeiend gesprek met de pastoor over de ontvolking van het Spaanse platteland.  In de jaren 1980 telde het lokale schooltje nog meer dan 100 leerlingen, nu nog 19. De meeste inwoners zijn zeventigers of ouder. Gelukkig is er voor bepaalde dorpen nog de camino ...

Wij eten en slapen er in de Complexo Xacobeo. En NIET langer Jacobeo, want wij zijn nu in Galicië. Enige primaire regels voor wie van het Castilliaans wil overschakelen naat het Gallego. Vervang elke J door een X met behoud van de uitspraak. Elke e door ei. En laat bij het spreken enige zjagte Portugezje klanken horen.



woensdag 22 april 2015

Dinsdag 21 april 2015, dag 50, Vega de Valcarce - O Cebreiro 12 km

Ons Michelingidsje voorziet vandaag maar een tocht van 12 km, maar trekt daar wel 4 u voor uit. Wij moeten dan ook omhoog van Vega (630 m) naar O Cebreiro (1330 m). Wij vertrekken 'de bonne heure' na een bescheiden ontbijt van Spaanse biscuits met een streepje marmelade en nescafé/thee. De eerste vier kilometer zijn nog vlak. In Ruitelán stappen wij voorbij een albergue van boedhistische inspiratie die dan ook Pequeño Potala heet. Eigenlijk hadden wij hier moeten slapen, maar wij hebben het niet gehaald. Even verder in Las Herrerias maken wij dat al te sobere ontbijt goed. In een hotelletje dat zijn naam van 'El Paraiso del Bierzo' niet gestolen heeft laten wij ons de tostada's met marmelade of olijfolie smaken.

En dan wijzen de verkeersborden ons erop dat wij naar hoger gelegen regionen op weg zijn. In de hoogte zien wij dat de rijvakken van de autostrade zich moeten splitsen om over de bergkam te raken.


Onderweg zien wij hoe twee mensen te paard naar boven gaan. Op onze vraag bevestigt de begeleider dat hij gisteren vijf Australische dames te paard naar boven hielp :-) . De heenweg met de paarden gaat via de asfaltweg, maar terugkeren doen ze via de camino.

Ondertussen begint het eerste deel van de steile klim naar La Faba (900 m). Tussen de kastanjebomen en op de zijbermen van de holle wegen herkennen wij stinkende gouwe, sleutelbloem, kleefkruid, varens, andoorn, robrechtskruid, ... Halverwege haalt een peregrina met een donativo het onderste uit de kan om de eindjes aan elkaar te knopen.
In La Faba een heel mooi, in 2004 gerestaureerd kerkje (een aanrader van Riet)  en wij eten er gezellig bij een groep alternatievelingen die zelf gemaakte vruchtensappen serveren en (zoute) pannekoeken met humus. Heel lekker. Op de achtergrond Afrikaanse wereldmuziek. Voorbij La Faba gaan wij over de boomgrens. Alleen nog witte brem, Spaanse brem en waar de grond het toelaat weiden. Naarmate wij Galicië naderen zien wij trouwens hoe langer hoe meer koeien. Galicië is dan ook naar verluidt de koeienstal van (Noord-)Spanje. De bergtoppen zien purper van de heide. Nog voor O Cebreiro verlaten wij trouwens Castilië-León om Galicië binnen te komen wat niet onvermeld blijft.





O Cebreiro lijkt wel een klein Bokrijk. Wij gaan er eten en slapen in Venta Celta (de Keltische Herberg). Om een ons onduidelijke reden koesteren zij in O Cebreiro hun Keltisch verleden tot en met. Misschien omdat het dorp niet minder dan vier gerestaureerde palozza's telt, een eeuwenoud type van huis voor mens en dier, aangepast aan de barre levensomstandigheden in de bergen van Noordwest-Spanje.














Intussen bereikt ons ook de boodschap dat onze jongste gisteren schoolrijp is geworden. Nu nog de school Annarijp krijgen.





Maandag 20 april 2015, dag 49, Villafranca del Bierzo - Vega de Valcarce 19,5 km

Wij hadden het ons vandaag gemakkelijk kunnen maken: over 18 km zachtjes stijgen van 505 naar 630 m. Maar wat schrijven Ivan en Lieve hierover? 'De eerste 15 km zijn - op een paar korte afwijkingen na - volledig langs een door een meterhoge betonmuur van de rijweg afgesneden strook van de N6 autoweg. Dit gedeelte van de dagetappe vergeten wij zo vlug mogelijk.' En dan is er een alternatief! Dat alternatief heet wel de camino duro ... En de gids van onze hospitalera vermeldt bij dit alternatief 'solo montañeros' (alleen klimmers). En haar moeder raadt het ons ten sterkste af, biedt zelfs aan bagagevervoer voor ons te regelen als wij het dan toch willen doen. En de weg langs beneden is toch ook mooi. Maar dan is er het advies van Riet over de camino duro: 'en die MOET je nemen want erg mooi'. Wij dus
op weg om over 4 km van 505 m in Villafranca te stijgen naar Peña Roldán op 880 m om dan over de volgende 4 km weer af te dalen naar de 'klassieke' camino. Zelfs een laatste waarschuwing op de rotsmuur slaan wij in de wind. Het zal ons door de moeilijkheidsgraad en alle vestimentaire, sanitaire, alimentaire, documentaire en andere elementaire stoppen en stopjes uiteindelijk vijf en een half uur kosten om 10 km te overbruggen. Vooral het afdalen en het aansluiten op de klassieke camino zijn moelijk. Maar wat krijgen wij niet in ruil?

Eerst en vooral een schitterende terugblik op Villafranca del Bierzo met zijn kasteel, kerken en kloosters.


Tijdens de verdere klim een herhaling van de prachtige bergflanken zals wij die ook al in de afgelopen dagen zagen. Witte brem afgewisseld met gele, heide ...


Maar dan boven op de top belanden wij in een natuurlijke bloementuin zoals wij die nog nooit zagen. Echt over de hele top een veelkleurige pracht. Jullie moeten het met een armzalige foto doen want wij vinden er geen woorden voor.


De afdaling naar de klassieke camino is dan weer heel anders. Wij wandelen tussen kastanjebomen waarvan de bladknoppen nog maar net open komen. De blaadjes zijn amper een centimter groot en nauwelijks te herkennen. Door de naakte bomen zien wij nog de tegenoverliggende bergflanken. In de zomer moet het er hier gans anders uitzien. Bij onze zoektocht naar de juiste weg, die niet eenvoudig verloopt,  krijgen wij hulp en gezelschap van een blanke Puerto Ricaan. Dat ontbrak nog in onze collectie.

De verdere tocht naar Vega de Valcarce is eerder banaal, net als Vega zelf. De zoektocht naar herberging daar loopt niet echt vlot. De albergue municipal is té basic. Een eerste privé-alternatief biedt veel te weinig voor te veel geld. Een tweede is zonder meer te duur. Als wij ons het zoeken beu willen bekeren tot een iets duurdere mesón waarvan de deuren openstaan, zegt de cafébaas aan de overkant (en blijkbaar ook verantwoordelijk voor het mesón) dat die kamers niet beschikbaar zijn ... Er komt wel een man buiten die ons naar de op de andere straathoek liggende albergue Santa Maria Magdalena brengt. In de gidsen vermeldde men hier 'Matthew' als hospitalero, ook in het gastenboek bedankt men Matt, de boeken en tijdshriften zijn Engelstalig, maar de man die ons ontvangt is een Spanjaard die hier blijkbaar ook slaapt. Een aantal zaken wijzen er op dat men de hele zaak aan het renoveren was. De vrouwendouche is zo gesofisticeerd dat Rozemie hem niet durft te gebruiken. Allemaal heel vreemd, maar wij slapen vrij comfortabel en goedkoop.






maandag 20 april 2015

Zondag 19 april 2015, dag 48, Ponferrada - Villafranca del Bierzo 23 km

We houden ons aan ons plan en ontvluchten Ponferrada as soon as possible. Vanavond op onze eindbestemming zullen wij onverwachts Mathilde en Gary weer tegen het lijf lopen. Mathilde vindt Ponferrada 'horrible'. Zo hoor je het ook eens van een ander. Bij het buitenstappen nog vlug een foto 'om te vergeten'. Het appartementsblok rechts is op zich misschien nog iets positief, maar het staat er dan weer zo plomp verloren bij.


Wij verlaten de stad in noordwestelijke richting en de hele zone tot wanneer wij voorbij Camponaraya de autostrade naar Galicië zullen oversteken - zeker zo een 6 km breed - is een voorbeeld van ruimtelijke wanordening die zelfs in België zijns gelijke niet vindt. De hele zone is werkelijk bezaaid met tuinbouwbedrijfjes en woningen, geen enkele concentratie, zelfs geen schijn van lintbebouwing! Camponaraya zelf doet pijn aan de ogen. Ook de lokale ooievaar is vertrokken en de wanden van zijn nest zijn nu bewoond door tientallen kleine vogels (genre mussen en dergelijke).

En dan steek je de A-6 over en beland je in een andere wereld. El Bierzo - de streek rond Ponferrada - zoals de boekjes die beschrijven. Heel veel wijngaarden, de bewoning gegroepeerd in dorpjes en kleinere stadjes, langs de wegen rijen kweepeerbomen. Wat Georges eraan herinnert dat de stokoude kweeperelaar thuis dringend aan vervanging toe is.



In Cacabelos blijkt de brug die Lieve en Ivan nog ophield, intussen in die mate afgewerkt dat zij voor voetgangers al bruikbaar is. Cacabelos is overigens een mooi stadje dat zich boven het Romeinse Bergidum bevindt. Deze stad gaf haar naam aan El Bierzo én men vindt ze terug op de Peutingerkaart.








Wij zien een groep Australische vrouwen (en een Nederlandse die er twee jaar woonde) terug. Wij zagen ze voor het eerst donderdag op weg naar Rabanal. Vrijdag hebben zij in een trek (!) de 32 km gedaan van Rabanal naar Ponferrada om dan in Ponferrada - of all places - een rustdag in te lassen.
Vandaag doen zij net als wij 23 km, maar een oudere deelneemster ziet er echt afgepeigerd uit. En morgen staan weer in een trek de 30 km helemaal naar de top van de O Cebreiro (1330 m) op het programma. De Nederlandse prijst zich gelukkig dat zij eventueel op een taxi of paarden kunnen terugvallen. Down under zo een Compostelatocht plannen lijkt toch niet zo evident.

Zoals vaak komen de laatste kilometers over als eindeloos, maar Villafranca del Bierzo is een mooi einddoel. Na - op aanraden van Lieve en Ivan - onze intrek genomen te hebben in de recent geopende albergue Leo, maken wij er nog een stadswandelingetje. Dan eten en bed in!